Een gevonden schat
 
Het is vandaag de dag moeilijk voor te stellen maar in 1921, toen Alfa Romeo voor het eerst zijn G1 sportauto voorstelde, was er nauwelijks belangstelling vanuit de markt. In zijn thuisland Italië was er zelfs niet één koper te vinden.

 

En dat terwijl de 49-jare chef-ontwerper Giuseppe Merosi slechts de al bestaande lijn verder ontwikkeld had. De basis van het oorspronkelijke A.L.F.A.-chassis dateerde uit 1914 en daarop monteerde hij recht boven de vooras een nieuwe zescilinder motor met een inhoud van 6,3 liter en een vermogen van 70 pk. Alfa Romeo beloofde een topsnelheid van zo’n 140 km/u voor de G1. Met dergelijke waardes had de auto eigenlijk een verkoopsucces moeten worden, maar dat mocht niet zo zijn. Vanaf het begin van de productie in 1921 - er waren in 1920 al twee prototypes gebouwd – bleken de verkoopcijfers zo bedroevend, dat deze nog datzelfde jaar alweer beëindigd werd. Slechts vijftig auto’s verlieten de fabriek en vonden een koper – echter niet in Italië, maar in Australië. Het is waarschijnlijk de enige keer in de automobielgeschiedenis dat de complete oplage van een model in eigen land geen enkele afnemer vond en dat bovendien de hele oplage vervolgens naar één enkel land werd geëxporteerd. Veel later bleek de export Down Under een onverwacht gelukkig gevolg te hebben gehad want in Queensland overleefde als door een wonder één van de raceauto’s vele decennia. In 1964 begon een grondige restauratie van deze vergeten renwagen met chassisnummer 6018, en die zou tien jaar gaan duren. In 2007 werd de auto gekocht door de Nieuw-Zeelandse Alfa Romeo importeur en in 2012 ging hij over in de handen van een verzamelaar uit Californië. Nog eens zes jaar later bracht de G1 bij een veiling het riante bedrag van $ 445.000 op.

 

Dit exemplaar is op dit moment de enig bekende G1 en de oudste auto die het merk Alfa Romeo draagt.