Een Amerikaan in Zwitserse overheidsdienst

In de tweede helft van de jaren ‘50 besloot de Zwitserse postdienst, een staatsbedrijf, een aantal nieuwe voertuigen aan te schaffen en koos daarvoor de FC-150 bestelauto van de Amerikaanse fabrikant ‘Willys Motor Company’, beter bekend onder de naam ‘Jeep’.

Belangrijk voor de keuze van de FC-150 zal zeer waarschijnlijk het feit geweest zijn dat dit model over vierwielaandrijving beschikte. Voertuigen met aandrijving op alle wielen werden in Zwitserland traditiegetrouw in groten getale ingezet voor de postbezorging in de berggebieden. Doch niet alleen de vierwielaandrijving, maar ook de korte wielbasis, die een uitstekende wendbaarheid op de nauwe Alpenwegen garandeerde, paste goed in het profiel van de Zwitserse posterijen.

Ook vandaag de dag is het nog goed voor te stellen hoe moeilijk de postbezorging in de jaren ’50 en ’60 in de Alpen moet zijn geweest. In de korte zomerperiode was dit nog wel enigszins te doen, maar in de wintermaanden zal de bestelauto met z’n vierwielaandrijving in combinatie met de korte wielbasis het dagelijkse werk van de postbode aanzienlijk hebben vergemakkelijkt.

Hoogstwaarschijnlijk werd de Jeep FC-150 uitsluitend met cabine, maar zonder verdere opbouw aangeschaft. De Zwitserse Post koos voor een gesloten uitvoering, waarbij de cabine volledig in het geheel werd geïntegreerd. Voor grote pakketten en koffers werd de FC-150 – net als bijna alle andere postvoertuigen - uitgerust met een grote imperiaal die bijna het gehele dak bedekte. Gespoten in de drie kenmerkende kleuren van de PTT, geel en zilver, gescheiden door een zwarte streep, werd de FC-150 vanaf de tweede helft van de jaren ’50 tot in de jaren ‘70 een vertrouwde verschijning in de Alpen.