Austin stond in Groot-Brittannië bekend als solide fabrikant van over het algemeen goede automobielen. Maar de toekomst zag er vanaf 1950 niet rooskleurig uit en in 1952 meldde de persafdeling dat men met de voormalige grootste concurrent, Morris Motor Company, was gefuseerd tot een nieuwe onderneming met de naam British Motor Corporation, kortweg BMC. Door deze versmelting beheerste BMC nu bijna 40% van de Britse automarkt, waarbij men naast Austin en Morris ook de merken MG, Austin-Healey, Vanden Plas, Wolseley en Riley voerde.

Om op z’n minst deze marktpositie te kunnen behouden werd in het voormalige hoofdkantoor van Austin in Longbridge een ontwikkelingsafdeling opgericht. Onder de afkorting ADO, voor ‘Austin Development Office’ werden nieuwe auto’s voor het hele concern getest. Daarbij bevond zich ook, met typeaanduiding ADO 15, een project dat uiteindelijk tot de succesvolste kleine auto van BMC zou uitgroeien: de Mini. Op 18 augustus 1959 verlieten de eerste exemplaren de fabriek in Birmingham en daarmee nam een onstuitbaar succesverhaal een aanvang. Terwijl de productie op gang kwam en de vraag gestaag groeide, zaten de ontwerpers in Longbridge nog steeds aan hun tekentafels waar zij veranderingen en verbeteringen ontwierpen en ontwikkelden. De reeks ADO-ontwerpen werd onvermoeibaar uitgebreid en zo ontstond er bijvoorbeeld een door John Cooper opgevoerde Mini met een luxueus uitgerust interieur. Ook uiterlijk onderscheidde het prototype zich van de gewone Mini’s, want wie goed oplette kon vaststellen dat dit unieke exemplaar uit 1963 met de MG octagon op de grille een mix was tussen de oorspronkelijke Mini en de Riley Elf.

Alhoewel het prototype zijn weg naar seriefabricage niet vond, was het toch een stap in de ontwikkeling en daarmee kunnen we ook dit model feliciteren met de 60-jarige verjaardag van de Mini in Augustus 2019 – Happy Birthday!