Elegant met bewezen techniek

In het begin van de jaren ’50 betraden de heren Bernard Pichon en André Parat de arena van de Franse carrosseriebouw. Zij bouwden hun koetswerken bij voorkeur op onderstellen die hun betrouwbaarheid hadden bewezen. In 1951 presenteerden zij op hun eigen stand op de Salon de l’Automobile in Parijs een Ford Vedette met kofferbak en een Renault 4CV coupé. Met name de verschillende op een Ford onderstel gebouwde conversies vonden in de daaropvolgende jaren ruim 300 maal een koper. De beide partners, met hun productie in het Franse Sens, bleken een gelukkige hand te hebben bij de vormgeving van hun eigen carrosserieën. Op zoek naar passende onderstellen kwamen Pichon en Parat ook bij het chassis van de Panhard Dyna terecht. Vermoedelijk waren het, naast de kleine maar sterke boxermotor, ook de successen in de 24 uur van Le Mans, waar vanaf 1950 een aantal jaren achtereen de Performance Index werd gewonnen, van grote invloed op hun keuze, want Bernard Pichon was zelf motorsport-fanaat.

De gedachte de Panhard Dyna om te bouwen tot een kleine, vlotte sportauto sprak hen dermate aan dat zij de daad bij het woord voegden en in oktober 1953 stelden zij op de Parijse Salon voor het eerst hun Panhard X86 Dolomites voor. De initiële vraag nam al snel af en slechts een paar nieuwe Dolomites verlieten de carrosseriefabriek. De productie werd echter niet helemaal stilgelegd want nog in november 1955 werd er minstens één exemplaar afgebouwd. Uit het feit dat er slechts 15 Dolomites sportwagens werden afgeleverd kan men afleiden dat het model niet aan de wensen van de sportieve automobilist voldeed.