Toen Karman de voorkeur kreeg
 
De Zwitserse broers Ernst en Fritz Beutler, samen eigenaar van de Fa. Gebr. Beutler & Cie zien al snel na de Tweede Wereldoorlog in dat er naar het ontwerp en de vervaardiging van speciale carrosserieën een grote vraag bestaat. Zij bieden derhalve hun diensten aan de automobielindustrie aan. Zo krijgt de in Thon, in het Zwitsere kanton Bern, gevestigde onderneming in 1947 de opdracht voor het ontwerp van een carrosserie op basis van een Bentley en vanaf 1948 behoort ook Porsche tot de klantenkring. Het orderboek van Beutler laat zich bijna lezen als een adresboek van de Europese auto-industrie. De beide Zwitsers laten bij de vormgeving van hun nieuwe koetswerken een zeer mooie en vloeiende lijnvoering zien, die een plezier is voor het oog.

 

In het begin van de jaren vijftig gaan de medewerkers van de Gebr. Beutler aan de slag met een nieuwe koets op het chassis van de Volkswagen Kever. Zo ontstaat een carrosserie die de sportieve kant van de vierclinder uit Wolfsburg moet benadrukken. Net zoals dat bij de uit de samenwerking tussen Karmann en Volkswagen ontstane Karmann-Ghia het geval is, wil ook de Zwitserse fabrikant een sportieve Volkswagen op de markt brengen. Anders dan bij het VW-Karmann project zien de Zwitsers in dat bij een zo vlot uiterlijk ook passende rijprestaties verlangd worden. Door het, dankzij een Judson compressor, opvoeren van de motor naar 40 pk, kan de nauwelijks 900 kg wegende kleine auto net de 135 km/uur halen.

 

Vermoedelijk om concurrentie met de eigen Karmann-samenwerking te voorkomen wordt de Beutler-versie door de directie van Volkswagen echter afgewezen.